Sugarsnaps zijn lekkere, knapperige, ietwat zoetige peulvruchten die een kruising tussen mangetouts en doperwten vormen. Ze hebben een frisse smaak.

Sugarsnaps eet je op z'n geheel. Je hoeft de peultjes dus niet te doppen.

 

Sugarsnaps moeten nauwelijks schoongemaakt worden vooraleer je ze gebruikt. Let er gewoon op dat het draadje dat soms aanwezig is, verwijderd wordt. Dit doe je gewoon door het bovenste puntje af te snijden, op die manier dat het nog net aan de naad van de peul vastzit. Zo kan je dat stukje in de richting van de naam aftrekken, zodat de draad meekomt. Daarna kunnen de peulen in de pan.

 

Sugarsnaps kun je koken, wokken, bakken, stomen of zelfs rauw in salades verwerken.